De oudste voorjaarsklassieker Luik-Bastenaken-Luik, ook wel ‘La Doyenne’ genoemd, vindt zondag 24 april opnieuw plaats. In 130 jaar, 107 edities en ontelbare routewijzigingen heeft deze klassieker zijn reputatie zeker wel verdiend. La Doyenne is het enige grote monument waar renners in een lus, via de ruige heuvels van de Ardennen, teruggeleid worden naar de startplaats in Luik. De allereerste editie, in 1892, was voor de amateurs. Zij werden van Spa naar Bastenaken en weer terug gestuurd. Dat jaar deed Léon Houa er maar liefst 11 uur over om als winnaar over de eindstreep te rijden, de laatste renner kwam pas vijf uren later over de finishlijn gereden. Na nog 2 overwinningen van Houa, verdween de wedstrijd tot 1908, om dan terug te komen als Luik-Bastenaken-Luik.
Door de datum van deze wedstrijd, kregen de renners er vaak te maken met extreme weersomstandigheden. Zo won Eddy Merckx in 1971 door vrieskou en sneeuw en dan is er nog de, misschien wel bekendste, editie van 1980 waar Bernard Hinault de sneeuw trotseerde. Later eiste de renners een extreem weer beleid, waardoor de wedstrijd geannuleerd werd bij gevaarlijke weersomstandigheden.
Hinault door de sneeuw
Luik-Bastenaken-Luik gaat door mooie landschappen, zonder kasseien en vuil. In tegenstelling tot de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix, waar veel moeilijke stukken in verwerkt zitten. Bij de Ronde moet je vechten om vooraan te zitten bij de beklimmingen en bij Parijs-Roubaix om als eerste bij de kasseien te zijn. Luik-Bastenaken-Luik is een langer proces, er is een constante en lange eliminatie. Een voordeel is dat er minder valpartijen zijn.
Een terugblik
De Kannibaal gaat de geschiedenisboeken in met maar liefst vijf overwinningen op Luik-Bastenaken-Luik. De eerste overwinning behaalde hij in 1969, en na een teleurstellende derde plaats in 1970, kon hij drie opeenvolgende overwinningen behalen.
Raymond Impanis - de pechvogel
Impanis kon een indrukwekkende erelijst opbouwen met onder meer Gent-Wevelgem (1952, 1953), de Ronde van Vlaanderen (1954), Parijs-Roubaix (1954) en de Waalse Pijl (1957), maar hij sloeg er niet in om Luik-Bastenaken-Luik hier aan toe te voegen. Wel eindigde hij viermaal op de tweede plaats, wat hem toch wel echt een pechvogel maakt in deze wedstrijd.
Bernard Hinault - de jongste winnaar
In de geschiedenisboeken staat Victor Fastre als jongste winnaar ooit, die 18 jaar was toen hij werd uitgeroepen tot winnaar na de diskwalificatie van Eugène Charlier in 1909. De jongste moderne winnaar is Bernard Hinault, die op 22-jarige leeftijd zijn kwaliteiten als de das toonde toen hij in 1977 won.
De traagste editie
Buiten de allereerste editie van Luik-Bastenaken-Luik was de editie van 1970 de aller traagste uit de geschiedenis. Dat jaar won Roger De Vlaeminck met een gemiddelde snelheid van 33,4 km/u, wat ruim 1,3 km/u trager is dan de epische editie van 1980. Dat jaar was het weer zo slecht dat er amper 21 renners konden finishen. Het was Hinault die de eerste plaats greep met een voorsprong van 9 minuten 24 op Hennie Kuiper.
De volhouders
Luik-Bastenaken-Luik is een wedstrijd voor de allerbeste renners, gevuld met moeilijke beklimmingen en lang genoeg om het uithoudingsvermogen op proef te stellen. Meestal streden dan ook maar enkele renners voor de overwinning, terwijl de rest van het peloton gewoon probeert de finish te halen. Een massaal peloton kwam zo dichtbij de ontsnapte groep van vier renners in 1989, dat ze zelfs dezelfde eindtijd kregen. Uiteindelijk was het Sean Kelly die de sprint kon winnen. Wat dit nog specialer maakt, is dat dit een van de langste edities was, die zeven uur en 23 minuten duurde.